Op Marktplaats of Ebay wordt er af en toe nog een aangeboden, een Moswolt M1 spinnewiel met hamervormige spaken. Algemene technische informatie is ook nog wel te vinden, oppervlakkig en her en der verspreid over blogs en websites. Maar wie meer wil weten over de achtergrond en de vreemde vorm van het wiel, krijgt het lastig. Gelukkig lukte het Thelma Egberts (met veel moeite) om de oorspronkelijke ontwerper en bouwer op te sporen, Gerrit Wolters uit Holten. Hij vertelde haar het verhaal achter het bijzondere ‘wiel met de hamers’, en we mogen het hier delen.
Ambacht en eenvoud
Als Gerrit Wolters begint te vertellen, waan je je in één klap terug in de jaren zeventig en tachtig. De tijd van ‘terug naar de natuur, ambacht en eenvoud’. De tijd waarin mensen rondliepen in dikke handgebreide truien van grove schapenwol. De tijd waarin mensen wol verfden met verf die was gemaakt van bloemen en planten, en de tijd waarin het spinnewiel werd herontdekt en heruitgevonden.
Gerrit had in die jaren een succesvolle bloemenzaak op de Veluwe. Daarvoor was hij veel op beurzen te vinden, in binnen- en buitenland. Na een echtscheiding verhuisde hij met zijn zoon naar Holten, in zijn geboortestreek Salland. Daar maakte hij een totaal nieuwe start. Hij ontmoette een nieuwe vrouw en zei de bloemenhandel vaarwel.
“Ik ging houtbewerken, iets waarin ik beter mijn creativiteit, inventiviteit en mijn ambachtelijke vaardigheden kwijt kon. Voor dat ambacht was in de jaren zeventig veel belangstelling. Ik startte met het maken van blankhouten kaarsenstandaards. ”
Vernoemd naar een pony
De naam van het nieuwe bedrijf was te danken aan Gerrit’s zoon. De jongen had een pony die hij Moswolt noemde. Dat was een samentrekking van de koosnaampjes die de kinderen Wolters aan hun (stief)ouders gaven: Mossie voor moeder Alie Zoer en Woltie voor vader Gerrit Wolters, samen Moswolt. Gerrit vond het een prima naam voor zijn bedrijf en verwijzing naar het nieuwe leven dat hij met Alie was begonnen. Daarmee was, onbewust, ook de naam van het latere spinnewiel geboren.
In een oude kippenschuur
De start van het bedrijf Moswolt was eenvoudig. Gerrit had geen gereedschap, geen hout en geen werkplaats en ook geen geld om daarin te investeren. Het ‘bedrijfspand’ was een oude kippenschuur. Hier maakte hij zijn eerste houten kaarsenstandaards. Dat deed hij op kleine schaal, tot er een winkelier bij hem aanklopte voor een bestelling van honderden exemplaren.
“Naast flink wat tegenslag heb ik veel geluk gehad in mijn leven. Mensen gunden me het goede. Zoals in dit geval die winkelier die jarenlang producten bij me bestelde. Mijn zwager gaf me een professionele boormachine en mijn neef liet me in de weekenden zijn timmerwerkplaats gebruiken.”
Ambacht en eenvoud
Als Gerrit Wolters begint te vertellen, waan je je in één klap terug in de jaren zeventig en tachtig. De tijd van ‘terug naar de natuur, ambacht en eenvoud’. De tijd waarin mensen rondliepen in dikke handgebreide truien van grove schapenwol. De tijd waarin mensen wol verfden met verf die was gemaakt van bloemen en planten, en de tijd waarin het spinnewiel werd herontdekt en heruitgevonden.
Gerrit had in die jaren een succesvolle bloemenzaak op de Veluwe. Daarvoor was hij veel op beurzen te vinden, in binnen- en buitenland. Na een echtscheiding verhuisde hij met zijn zoon naar Holten, in zijn geboortestreek Salland. Daar maakte hij een totaal nieuwe start. Hij ontmoette een nieuwe vrouw en zei de bloemenhandel vaarwel.
“Ik ging houtbewerken, iets waarin ik beter mijn creativiteit, inventiviteit en mijn ambachtelijke vaardigheden kwijt kon. Voor dat ambacht was in de jaren zeventig veel belangstelling. Ik startte met het maken van blankhouten kaarsenstandaards. ”
Vernoemd naar een pony
De naam van het nieuwe bedrijf was te danken aan Gerrit’s zoon. De jongen had een pony die hij Moswolt noemde. Dat was een samentrekking van de koosnaampjes die de kinderen Wolters aan hun (stief)ouders gaven: Mossie voor moeder Alie Zoer en Woltie voor vader Gerrit Wolters, samen Moswolt. Gerrit vond het een prima naam voor zijn bedrijf en verwijzing naar het nieuwe leven dat hij met Alie was begonnen. Daarmee was, onbewust, ook de naam van het latere spinnewiel geboren.
In een oude kippenschuur
De start van het bedrijf Moswolt was eenvoudig. Gerrit had geen gereedschap, geen hout en geen werkplaats en ook geen geld om daarin te investeren. Het ‘bedrijfspand’ was een oude kippenschuur. Hier maakte hij zijn eerste houten kaarsenstandaards. Dat deed hij op kleine schaal, tot er een winkelier bij hem aanklopte voor een bestelling van honderden exemplaren.
“Naast flink wat tegenslag heb ik veel geluk gehad in mijn leven. Mensen gunden me het goede. Zoals in dit geval die winkelier die jarenlang producten bij me bestelde. Mijn zwager gaf me een professionele boormachine en mijn neef liet me in de weekenden zijn timmerwerkplaats gebruiken.”
Spinnende kunstenares
Zo kwam de firma Moswolt vlot op gang. Na een paar jaar vormden de kaarsenstandaards voor Gerrit geen uitdaging meer. Nog voordat hij kon nadenken over een alternatief, werd het hem op een presenteerblaadje aangeboden. Op een dag stond hij te schuren en schaven in zijn kippenhok toen er een zekere mevrouw Gijbels uit Bathmen aanklopte. Zij vroeg of Gerrit naast kaarsenstandaards ook spinnewielen kon bouwen.
De vrouw, antroposofisch kunstenares, spinster, weefster en keramiste, gaf ook spinlessen en zocht een eigentijds spinnewiel.
“Haar uitdaging er één te ontwerpen nam ik graag aan. Ik zie mezelf graag als een soort uitvinder, die graag technische ideeën ontwikkelt, vormgeeft, uitprobeert en verbetert. Net zo lang tot ik tevreden ben,” zegt Gerrit. “Ik zag meteen mogelijkheden het spinnewiel op de markt te brengen.”
De ontwerper ging niet over één dag ijs. Van wol en spinnewielen wist hij vrijwel niets. Daarom leerde hij spinnen. Ook vergeleek hij allerlei modellen spinnewielen: traditioneel, modern, afkomstig uit Nederland en uit het buitenland. Alle wielen beoordeelde hij op sterke en zwakke punten.
“De techniek van het spinnewiel zelf is niet al te ingewikkeld. Lastiger was, dat de meeste spinnewielen van gedraaid hout zijn,” aldus Gerrit. “Houtdraaien is een techniek die ik niet beheers. Bovendien vind ik houtdraaiwerk niet zo mooi. Te traditioneel. Ik houd meer van een strakke vormgeving.”
Het grootste struikelblok voor Gerrit’s zelfontworpen spinnewiel was het wiel zelf. Hij kon en wilde geen kostbare apparatuur aanschaffen om hout te vormen. Daarom bedacht hij de hamervormige spaken, waaraan de Moswolt M1 zijn kenmerkende uiterlijk dankt.
Dit ‘hamerwiel’ is echter niet het enige bijzondere aan dit spinnewiel. Twee andere bijzonderheden zijn de kogelconstructie bij de trapper en het grote spingat. Dankzij dit forse spingat kan er zowel heel dun als heel dik garen gesponnen worden. Vooral dik garen was in de jaren zeventig erg in trek.
Breinaaldenfabriek op het CV
Tegelijk met de spinnewielen besloot Gerrit ook houten breinaalden te maken. Dankzij een stand op de Kreatief Beurs in Utrecht vielen groothandels en wolwinkels er massaal voor. De forse houten breinaalden naalden waren razend populair omdat ze zo goed pasten bij de trend van dikke breigarens. Tijdens en na de beurs stroomden bestellingen voor de houten breinaalden binnen, afkomstig uit binnen- en buitenland.
In de maanden daarna hielp het hele gezin mee bij het produceren en verpakken van houten breinaalden in de maten 4 mm tot 18 mm. Eén van de kinderen heeft nog steeds op haar CV staan dat ze ooit in een “breinaaldenfabriek” werkte.
Toen de kinderen het werk niet meer aankonden, ze moesten ook nog af en toe naar school, schakelde Gerrit de Almelose sociale werkvoorziening SoWeCo in.
Rond dezelfde tijd verhuisde het gezin Wolters en de firma Moswolt naar een historische boerderij aan de rand van Holten. De deel daarvan richtte Gerrit in als houtwerkplaats. Hier bouwde hij zijn zelfontworpen spinnewielen, de Moswolt M1 en later ook de M2.
Populair in het buitenland
Ondertussen kwam ook de verkoop van de Moswolt spinnewielen op gang. Verrassend genoeg kwam de vraag vooral uit het buitenland, te beginnen met Duitsland. Twee Duitse garengroothandelaren hadden het wiel op de Kreatief Beurs van 1977 ontdekt, Erich Baer van de firma Wollbaer uit Hamburg en Kiky Grimm uit Bramse. Kiky Grimm importeerde kwaliteitswol uit Scandinavië en de strakke, blankhouten Moswolt spinnewielen pasten daar perfect bij. Baer en Grimm zorgden dat de spinnenwielen ook in Duitsland populair werden.
Zinvolle verbeteringen
Al snel verkocht Moswolt honderden M1 spinnewielen. Net als de breinaalden werden deze later ook (gedeeltelijk) bij de SoWeCo in Almelo gemaakt. De eerste 100 spinnewielen bouwde Gerrit echter volledig zelf. Dat gaf hem de gelegenheid verbeteringen aan te brengen.
- Messing spingat
De M1 had oorspronkelijk een houten spingat. Dat was gevoelig voor slijtage. “De gebruikers bleken veel meer en enthousiaster te spinnen dan ik had verwacht. Daardoor sleet de draad het hout uit,” aldus Gerrit. “Daarom plaatste ik in latere exemplaren een spingat van messing.”
- Soepele kogellager
Ook voorzag Gerrit het spaakwiel van de latere exemplaren van een kogellager. De eerste M1’s hadden een geschroefde verbinding. Het kogellager liet het wiel soepeler draaien en maakte het degelijker.
- Trapper en trapstok verbeterd
De bevestiging van de trapper aan de trapstok is bij de latere M1’s ook verbeterd. Bij de eerste spinnewielen zat de trapstok rechtstreeks in de houten kogel geschroefd met bout en moer. Door de in- en uitgaande beweging die de trapstok maakt bij het spinnen, sleet het schroefgat uit. Daarom werd later eerst een houtmof in de kogel geplaatst. De bout (maat M8) draait nu in de houtmof en niet direct in de bal. Daardoor is er weinig tot geen slijtage.
- Breder voetpedaal, robuustere constructie
Een andere verbetering is de robuustere constructie van de latere modellen en het verbrede voetpedaal. Ook werd de constructie zo aangepast dat het wiel als bouwpakket verstuurd kon worden.
Het eerste Moswolt spinnewiel was hiermee geperfectioneerd. Daarna ontwierp Gerrit Wolters een tweede model, de M2. Hij besloot verder te variëren met het model van het wiel. Na het wiel met de hamers maakte hij nu een wiel gevormd uit 4 afgeronde rechthoeken.
Extra accessoires
Gerrit Wolters maakte ook toebehoren bij zijn Moswolts. Zo ontwierp hij een bijpassend haspel voor het opwikkelen van de garens. Het ontwerp is bijzonder, omdat de haspel meeloopt met het wiel. Al trappend loopt het garen van de spoel over op de haspel.
Een spoelenhouder (ook wel ‘Lazy Kate’ genoemd) en een vlasrok waren andere interessante aanvullingen. Ook kwamen er Moswolt spintollen, wolkaarders en houten presentatierekken voor wolwinkels.
Door heel Europa
Hoeveel M1 en M2 spinnewielen er precies zijn gemaakt en verkocht, werd niet bijgehouden. Naar schatting waren het er zo’n 1200, vanaf 1978 tot ongeveer 1983. De meeste daarvan zijn verkocht in het buitenland, met name Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en de Scandinavische landen.
In Nederland zijn naar verhouding weinig Moswolt spinnewielen over de toonbank gegaan. “In Nederland was het Louët S10 spinnewiel erg in trek. Net als de Moswolt had het ook een unieke vormgeving, in dit geval een grote houten schijf als wiel” geeft Gerrit als oorzaak.
“Louët mikte in het begin vooral op de Nederlandse markt. Moswolt was dankzij de Duitse beurzen juist meteen in trek in de rest van Europa. Daarom ontbrak bij mij de tijd en de noodzaak om veel in Nederland aan de weg te timmeren.”
De bijzondere vormgeving van de Louët kan Gerrit zeer waarderen. Toch heeft de dichte schijf wel een nadeel. De Louët S10 is vrij gemakkelijk te kopiëren, waardoor de firma concurrenten voor het gerecht moest slepen. Dat probleem was er met de hamers en de rechthoeken van de M1 en M2 niet.
Hype voorbij
Aan het begin van de jaren tachtig was de hype rond breien, wol verven en spinnen vrij plotseling voorbij. De ene na de andere wolwinkel sloot de deuren. Gerrit besefte altijd al dat dit moment zou komen. Zodra de verkoop terugliep, stopte hij meteen met de productie van de spinnewielen. Nog jarenlang stonden dozen met door de SoWeCo gemaakte onderdelen op de zolder van de boerderij. “De laatste M1 en M2’s heb ik rond 2008 nog in elkaar gezet en voor een habbekrats verkocht.”
Voor de tweede keer in zijn leven stond Gerrit Wolters met lege handen. Gelukkig had hij een hoofd vol ideeën en tijd en geld om iets nieuws te ontwikkelen. De firma Moswolt richtte zich in het vervolg op de ontwikkeling van ergonomische stoelen voor gehandicapten. Ook iets waar de ontwerper zich creatief en technisch op kon uitleven.
“Het mooiste van het verhaal is, dat het succes van deze stoelen te danken is aan de verkoop van één van de laatste spinnewielen. Een echtpaar kwam voor dat spinnenwiel naar mijn werkplaats. De man zag mijn ergonomische, instelbare en op maat gemaakte stoelen staan. Hij moest voor zijn werk dit soort stoelen aan gehandicapten verstrekken, maar kon niets geschikts vinden. Tot hij die van mij zag. Zo had ik dankzij de spinnewielen voldoende geld tot aan mijn pensioen.”
Moswolt, een ‘stuk Europese spinhistorie’ is nog altijd geliefd. Waarom eigenlijk?
Ruim 40 jaar nadat de eerste Moswolt M1 gemaakt werd, is het unieke spinnewiel nog steeds geliefd bij wolspinners. Dat is bijzonder, want spinnewielen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd. Voorbeelden zijn de geavanceerde Ashford, Majacraft en Louet spinnewielen.
Toch grijpen eigentijdse wolspinners graag de kans om (ook) een oude Moswolt op de kop te tikken. Dat is deels om zijn goede eigenschappen, deels uit sentiment naar vroeger. “It is a child of that time, when we all wanted to spin rather thick yarn for our hippie-stuff,” schreef een spinster erover. Sommigen geven hun Moswolt zelfs koosnamen zoals Mossie, of Thor (naar de Germaanse god met de hamer).
Net als vroeger is de Moswolt vooral bij spinners in het buitenland populair. Op E-Bay ligt de vraagprijs rond de 300 dollar (ex-verzendkosten). “A real piece of European spinning history!” zo wordt het wiel dan omschreven.
Waarom zo bijzonder?
Wolspinners hebben diverse redenen om juist aan de Moswolt verknocht te zijn. Ze loven niet alleen de vormgeving met de hamers. Ook erg enthousiast zijn ze over de enorm grote spoelen die bij de M1 horen. Daar past een flinke hoeveelheid gesponnen draad op. De spoelen zijn bijzonder praktisch voor het spinnen van dikke garens en ‘art yarns’ zoals dik-dun garens en bouclé’s.
Toch is de Moswolt ook heel geschikt voor het spinnen van heel dunne garens, door het wiel langzaam te laten draaien. Het is namelijk een wiel met zogenaamde ‘Irish tension’. Daarbij drijft de snaar de spoel aan, en remt het wiel af op de vlucht en niet op de spoel.
Behalve om te spinnen, wordt de Moswolt ook vaak benut om twee garens te twijnen.
Technische gegevens Moswolt M1
Model: Staand model (oftewel ‘Schippertje’)
Werking: De Moswolt M1 is een spinnewiel met een trapper, waarop de spinner met 1 voet spint. De snaar drijft direct de spoel aan, en daardoor gaat de vlucht draaien.
Houtsoort: de meeste wielen zijn gebouwd van Fins Grenen. (Oudere prototypen soms van ander hout, zoals Parana Pine)
Spingat: 13 mm. Dit is groot voor een spinnewiel. Daarom kunnen er ook dikke garens en art yarns mee gesponnen worden.
Wiel: Bestaand uit spijlen met hamerkop en een gefreesde baan voor de snaar.
Doorsnede wiel: 44 cm
Lagers: Het wiel is dubbelkogellagerd en heeft geen smering nodig. De overige draaiende delen zijn nylon gelagerd.
De allereerste modellen hadden nog geen kogellagers.
Snaar: Oorspronkelijk werd het wiel geleverd met een snaar van slipvrije polyurethaan. Volgens gebruikers is een leren snaar of zelfs een stevige draad net zo geschikt of zelfs beter.
Snaarspanning: De spanning op de snaar kan worden aangepast door de knop op het spinhoofd strakker of losser te zetten.
Irish tension: De moswolt is een Irish tension wheel. Dat betekent dat het wiel afremt op de vlucht en niet op de klos.
Toebehoren:
– 3 zeer grote spoelen voor ongeveer 300 gram garen elk
– haspel, omloopmaat 100 cm
– vlasrok
Met dank aan: Gerrit Wolters voor het vertellen en voor de foto’s en voor zijn mooie wielen, Thelma Egberts voor het zoeken en schrijven, Wilma Vrieling voor de foto van het Moswolt logo, en RobersVincent Makelaars voor de foto’s van de Moswolt boerderij.